Ik zag hoe het dier werd gedood vanwege de grootspraak van de horen, ik zag hoe zijn lichaam werd vernietigd en aan de vlammen werd prijsgegeven. De andere dieren werd wel hun macht ontnomen, maar hun werd nog enige tijd van leven gegund. In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, Zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.

Ik, Daniël, was tot in het diepst van mijn gemoed geraakt; de visioenen die door mijn hoofd gingen brachten mij in verwarring. Ik wendde me tot een van de omstanders en vroeg hem naar de ware betekenis van dit alles. Hij gaf mij deze verklaring:

“Die grote dieren, vier in getal, duiden op vier koningen die uit de aarde zullen opkomen. Daarna zullen de heiligen van de hoogste God het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap altijd behouden – voor eeuwig en altijd.” Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat anders was dan alle andere, buitengewoon angstaanjagend met zijn ijzeren tanden en bronzen klauwen, dat alles vrat en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrapte; en de betekenis van de tien horens op zijn kop en van de nieuwe horen die opkwam, waarvoor er drie moesten wijken – de horen met ogen en een mond vol grootspraak die er groter uitzag dan de andere.

Loading

0Shares